Back to Front Page

                                                                                                                                                Spr i n t e r ....

Wieler-jargon                         

   

    In de afgelopen tijd heb ik jullie tenslotte veelal deelgenoot gemaakt van mijn eigen fietscapriolen. En wordt het dan niet eens tijd voor wat jargon-uitleg en wat tactische besprekingen? Er staat binnenkort weer een nieuw seizoen voor de deur, dus lijkt het mij een goed plan om de komende afleveringen eens wat tekst en uitleg te geven. Het is natuurlijk voor een leek moeilijk te begrijpen hoe een renner zich keer op keer weet te motiveren om van start te gaan temidden van een peloton van rond de 200 man, terwijl er maar 1 kan winnen. Bovendien spelen de omstandigheden en de lange afstanden een belangrijke rol.

    Allereerst, deze heren zijn broodfietsers, het is hun beroep. En sommige renners zoals Lance Armstrong of Jan Ulrich om maar eens een paar klasbakken te noemen, verdienen daar miljoenen mee.

    Anderzijds spelen de verschillende belangen een grote rol. Sponsors willen hun naam in beeld zien. Het ploegbelang is om kort in de uitslagen te rijden, door op het juiste moment de goede kaart te spelen door de de juiste renner van hun ploeg naar de overwinning proberen te helpen. Ieder ploeglid heeft hierin zijn taak. Kijk hard fietsen, er een flinke snok geven, dat kunnen ze allemaal. Maar daarnaast heeft iedere renner zo zijn eigen specifieke eigenschappen. Je hebt sprinters, klimgeiten, kopmannen, tijdrijders, klassementsrenners, hardrijders enzovoort. En daarom is het belangrijk dat de renners van een ploeg goed samenwerken.

    Maar je begint als knecht, de waterdrager. Die laten zich gedurende de wedstrijd telkens naar achteren zakken om bij de ploegwagen bidons met water voor hun ploeggenoten op te halen. En er van dromen dat er later door anderen voor hèn water wordt gehaald. Knechten houden hun kopman uit de wind, halen regenjasjes, staan een wiel en soms zelfs hun fiets af. Andere knechten vormen in de finale een treintje om hun sprinter zo goed mogelijk te plaatsen, te lanceren, voor de eindsprint. Weer andere knechten zijn goede klimmers en rijden zich leeg berg op met hun kopman in het wiel en wel zó hard dat het kraakt bij de concurrentie en het peloton uitdunt. Knechten die echt hard kunnen rijden hebben de ondankbare taak om gaten dicht te rijden, het peloton terug te brengen bij de kopgroep. En heel af en toe gebeurt het dat een knecht de overwinning wordt gegund voor zijn verleende diensten.

    Volgende keer praten we over kopmannen en over slecht weer.

 

Weet je nog meer wieler-uitdrukkingen? 

Stuur een mailtje naar [email protected] en ik zal ze vermelden.

      

Back to Front Page